Ruimtelijke ordening

Ruimtelijke ordening is in het verleden nooit echt een belangrijk politiek thema geweest. Dat is de laatste jaren snel veranderd. Vlaanderen is klein in oppervlakte, de ruimte is schaars … en duur. Verschillende sectoren strijden om deze ruimte en dat merken we dagelijks. Het gaat over sectoren als wonen, industrie en economie, landbouw, mobiliteit, publieke infrastructuur en natuur.

Ook in Jabbeke speelt dit spanningsveld. Bouwpromotoren zoeken ononderbroken naar bouwgrond om appartementen of kleine verkavelingen neer te poten. De provincie West-Vlaanderen zoekt – en hoogst waarschijnlijk met succes – naar nieuw industriegebied in de omgeving van de elfhoek en de stationsstraat. De uitbreiding van natuurgebied gaat vaak, maar niet altijd ten koste van landbouwgrond. Meer inwoners die zich verplaatsen, vraagt om mobiliteit in al zijn facetten de nodige ruimte te geven. Voldoende parking is een uitdaging en een tekort lijdt soms tot conflict. Een lokale gemeente moet beschikken over voldoende infrastructuur om haar taken in de huidige samenleving kwalitatief te kunnen uitvoeren. De puzzel is moeilijk vanuit welke bril je het ook bekijkt.

 

Hoe was het beleid de voorbije 6 jaar?

De bevoegdheid veranderde van schepen wat niet ten goede komt aan een standvastig beleid met een duidelijke visie. Daarnaast heeft de huidige schepen ook nog heel wat andere belangrijke bevoegdheden. Een beetje te veel om ze allemaal goed te kunnen beheren. Ruimtelijke ordening bepaalt het uitzicht van de gemeente nu en in de toekomst. Dat een dergelijke bevoegdheid ook zeer vatbaar is voor belangenvermenging en vormen van corruptie en zelfverrijking konden we meermaals vaststellen bij lokale politici in West-Vlaanderen in gerechtelijke procedures. In Jabbeke hebben we dat gelukkig nog niet vastgesteld.

Wat betreft de personeelsbezetting bij de dienst ruimtelijke ordening is de toestand kritiek. Binnen deze legislatuur vielen verschillende personeelsleden langdurig uit. Gezien de nood aan expertise is het vervangen van deze ambtenaren niet eenvoudig. De werkdruk is hoog. De adviezen aan het schepencollege in omgevingsvergunningen – een belangrijk en omvangrijk onderdeel van hun takenpakket – worden vaak zonder meer niet gevolgd wat ontmoedigend werkt. Dat getuigt niet alleen van weinig respect voor het verzette werk, het zet ook de deur open voor willekeur in de beslissingen. Het bestuur ontwikkelt ruimtelijke plannen om daarna inbreuken op die plannen toch goed te keuren. Dat er daarbij ook risico's worden genomen inzake wateroverlast is zeer verontrustend.

De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening of Gecoro is een door Vlaanderen verplichte commissie bestaande uit burgers die minstens 2 maal per jaar dient samen te komen. Daar worden dossiers na voordracht van het schepencollege voorgelegd, besproken en ter stemming gebracht met als resultaat een advies naar de bevoegde schepen. Een mooi voorbeeld van hoe burgerparticipatie er kan uitzien. De Gecoro kwam vaak slechts een keer per jaar samen en er werd dus niet voldaan aan de wettelijke vereisten. Het beperkt aantal dossiers dat werd besproken is teleurstellend en de leden dringen zelf aan om meer betrokken te worden bij het beleid.

De vele plannen zoals het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en de bijzondere plannen van aanleg die het ruimtelijk beleid bepalen laten heel wat ruimte aan onder andere bouwpromotoren om sterk te verdichten en dus ook te betonneren wat altijd risico's op wateroverlast met zich meebrengt. De regels zijn soepel en er wordt vaak toch vergund zelfs als er negatieve adviezen of zelfs wetgeving een goedkeuring onmogelijk maakt.

Met een dergelijke werkwijze kan je geen visie ontwikkelen op ruimtelijke ordening.

Bij de vorige verkiezingen van 2018 koos Groen Jabbeke resoluut de kaart voor een verkavelingsstop in de woonuitbreidingsgebieden. Jammer genoeg moeten we vaststellen dat deze in 4 jaar tijd allemaal zijn volgebouwd. En dan hebben we het nog niet over de nieuwe wijk Varsenare noord. Er resten ons nog 2 woonuitbreidingsgebieden, beiden in Zerkegem. We zullen er blijven voor strijden om deze gebieden te vrijwaren van bebouwing.

De moeilijkheden met personeelsbezetting hebben een directe weerslag op de vele bouwprojecten. In De Haan voert men een beleid waarbij de equipe versterkt wordt om tegenwind te kunnen bieden aan de juridische vertegenwoordigers van de bouwpromotoren. In Jabbeke worden deze weinig in de weg gelegd. Een van de gevolgen is een sterke wildgroei aan appartementsgebouwen in de dorpskernen en langs grote wegen. Zoals blijkt uit de vele bezwaarschriften zijn de buren daar allerminst mee opgezet en vrezen ze onder andere inkijk, schaduwinval en meer geluidsoverlast. Jabbeke legt eisen op aan het aantal te voorziene parkeerplaatsen per wooneenheid, maar die werden in het verleden niet nagekomen. De bouwbedrijven betaalden liever de eenmalige boete. Op heden dienen ze garages te voorzien voor de bewoners, maar deze worden apart verkocht. De nieuwe inwoners passen vaak voor deze extra en dure aankoop en zetten hun wagen dan maar op het openbaar terrein. Het gevolg is dat er meer auto's op straat worden geparkeerd waar de plaatsen al beperkt zijn. Naast appartementen verschijnen er ook miniverkavelingen waar vroeger 2 of 3 huizen op grote percelen stonden die vaak dezelfde problemen met zich meebrengen voor de buren en de buurt. Ten slotte zijn er nog de te lange wachttijden voor particulieren als ze een omgevingsvergunning aanvragen als gevolg van het personeelstekort.

We kunnen enkel concluderen dat de situatie vandaag kritiek is en het beleid dramatisch was wegens een totaal gebrek aan visie, expertise, interesse en participatie.

 

Hoe kan het beter?

Een goed beleid in ruimtelijke ordening begint bij een geëngageerde en betrokken schepen. Daarnaast dient de balans aan bevoegdheden onder de schepenen evenwichtig te zijn zodat er voldoende aandacht kan besteed worden aan de talrijke dossiers.

Er is nood aan een sterk uitgebouwde equipe die de bouwpromotoren en hun juridische adviseurs het hoofd kan bieden. Daarom moet de dienst ruimtelijke ordening versterkt worden met bijkomend personeel.

De Geocoro dient veel meer betrokken te worden bij het beleid door haar aanzienlijk meer dossiers aan te reiken waarover een advies kan gevormde en overgemaakt worden aan het bestuur. Zo hou je de vinger aan de pols hoe verschillende inwoners en belanghebbenden over ruimtelijke ordening denken.

De huidige structuurplannen dienen aangepast te worden waarbij het behouden van de open ruimte een prioriteit is en de kwaliteit van wonen de voorkeur geniet op kwantiteit. Uit respect voor de buurtbewoners dient het aantal nieuwe woningen beperkt worden. Bouwpromotoren zullen zich hier aan moeten aanpassen en creatief uit de hoek komen om de beperkte beschikbare ruimte optimaal te benutten.